NIEUWS 09 november 2023 Nieuws van SKAO
'Als je echt iets wilt bereiken op het gebied van duurzaamheid, is dit een mooie tool'.
Duurzaamheid is een containerbegrip, er valt ontzettend veel onder die paraplu. Waar begin je als bedrijf? En hoe doe je dat? ‘Het is prettig dat er met de CO₂-Prestatieladder één duidelijke focus is: CO₂ reduceren,’ legt René van der Boon uit. Hij is directeur van Leertouwer in Barneveld.
‘Wij hebben al bijna 25 jaar zonnepanelen op ons dak liggen en doen heel veel op het gebied van duurzaamheid’, vertelt Van der Boon. Het familiebedrijf bestaat al bijna 95 jaar en is vandaag de dag een gerenommeerd systeemintegrator in elektrotechniek, klimaatinstallaties en ICT. ‘Toch waren onze inspanningen op duurzaamheidsgebied nergens terug te zien. Ons certificaat van de CO₂-Prestatieladder geeft in ieder geval aan hoe we scoren op CO₂-uitstoot. Dat is voor onszelf prettig, maar we willen onze duurzaamheidsambities en -prestaties ook heel duidelijk aan de buitenwereld laten zien. Dat gebeurt in mijn beleving nog te weinig.’
Wagenpark
Het doel van de CO₂-Prestatieladder is inzicht creëren in je eigen uitstoot. Van der Boon: ‘Voor ons zit ‘m dat voornamelijk in het energieverbruik van ons gebouw en ons wagenpark. We zijn begonnen met de overstap naar elektrisch vervoer. Dat hebben we met ongeveer honderd bedrijfswagens niet van de ene op de andere dag voor elkaar, maar het begin is er en we groeien daarin gestaag verder. Ander voorbeeld: toen onze cv-ketel aan vervanging toe was, kozen we voor een combi van gas en een warmtepomp. Dat vermindert zowel ons gasverbruik als de CO₂-uitstoot. Verder hebben we extra zonnepanelen op het dak gelegd waarmee we onze eigen groene energie voor de warmtepomp opwekken.’
Vier kernwaarden
Nieko Versteeg, marketing manager: ‘De CO₂-Prestatieladder kun je vergelijken met een ISO-certificering. Er hoort een certificeringstraject bij dat wordt afgesloten met het behalen van een certificaat. Duurzaamheid is echt een van onze vier kernwaarden. We hielden ons daar al langere tijd mee bezig, zowel qua bedrijfsvoering als in de bouwketen. De CO₂-Prestatieladder bood ons de mogelijkheid om die activiteiten te laten valideren. In de Ladder komen veel facetten samen. Het is praktisch en meetbaar, en maakt het voor bedrijven en overheden waar we voor werken heel inzichtelijk.’
Bij overheidsaanbestedingen levert het certificaat van de CO₂-Prestatieladder voordeel op. Van der Boon legt uit: ‘Op het moment dat je een inschrijving doet krijg je een fictieve korting. Je schrijft daardoor als het ware op een lagere prijs in. Die prijscomponent zorgt dus voor een andere waarde in de aanbesteding. Voor overheden is de CO2-Prestatieladder een prettig instrument, want zo ligt iedereen langs dezelfde meetlat. De duurzaamheidsprestaties van inschrijvende bedrijven zijn in één oogopslag zichtbaar. Zo is duurzaamheid makkelijk mee te nemen in de weging en de gunning.’
Als meer bedrijven mee gaan doen aan dit systeem, draagt dat bij aan een duurzame toekomst, vindt Van der Boon. ‘Voor ons weegt deelname nu zeker nog niet op tegen de kosten van het opzetten en onderhouden van een verbetercyclus. Maar mijn overtuiging is dat je dit als bedrijf écht moet willen. En trouwens: als bedrijf word je met de aanbestedingskorting een stukje gecompenseerd voor de investeringen die je doet om je CO₂-uitstoot te verminderen.’
Goede voorbeeld
‘Het is heel moeilijk om bij mensen een gedragsverandering teweeg te brengen’, stelt Versteeg. ‘Met de CO₂-Prestatieladder nemen we als bedrijf het voortouw en geven we als het ware het goede voorbeeld. We hopen dat we onze collega’s daarmee inspireren om ook zelf, in de privésfeer, de CO₂-uitstoot te verminderen. Dat zou een prachtige ‘bijvangst’ zijn. Het gaat om ogenschijnlijk kleine dingen zoals het controleren van de bandenspanning. Dat scheelt brandstof. En als je dat niet alleen met je bedrijfsbus doet, maar ook met je gezinsauto, dan telt dat echt op.’
Van der Boon vult aan: ‘Je ziet het nu terugkomen in de wetgeving: op 1-1-2024 gaat de normerende regeling Werkgebonden personenmobiliteit in. Bedrijven met meer dan honderd werknemers moeten vanaf dan jaarlijks aan de Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland (RVO) rapporteren over de CO₂-uitstoot van het zakelijke verkeer en het woon-werkverkeer van de medewerkers. Dat gaat bijvoorbeeld om het aantal gereisde autokilometers, uitgesplitst naar soort brandstof. Omdat wij die CO₂-Prestatieladder hebben, hebben we daar al inzicht in, het kost ons relatief weinig werk om die gegevens aan te leveren.’
Niveau 3
Leertouwer zit nu op niveau 3 en is daar heel content mee. Versteeg: ‘Niveau 3 heeft betrekking op je eigen processen; zaken waar we zelf grip op hebben. Bij de niveaus 4 en 5 gaat het echt verder, daarbij draait het ook om processen in de keten. We nemen natuurlijk wel bepaalde vervolgstappen, maar het is niet per se onze ambitie om hoger op die ladder te komen. Hoe groter je als bedrijf bent, hoe meer impact je hebt. Voor ons is niveau 3 nu prima. Het houdt in dat we halfjaarlijks moeten rapporteren waar we mee bezig zijn, en dat we transparant communiceren over onze doelstellingen. Vandaar dat we het op onze website hebben opgenomen. We hopen daarmee andere installateurs en ketenpartners te inspireren. Ons belangrijkste doel is nu vooral dat we onze eigen CO₂-uitstoot reduceren.’
Greenwashing
Zou een certificering zoals de CO₂-Prestatieladder een verplichting moeten zijn? Of is het meer een verantwoordelijk voor bedrijven afzonderlijk? René van der Boon twijfelt over een verplichting, maar denkt wel dat het zeker voor de overheid een mooi middel is om zicht te krijgen op kwaliteit en duurzaamheid. ‘Ik zou het andere bedrijven ook wel aanraden. Als je echt iets wilt bereiken op het gebied van duurzaamheid, is dit een mooie tool. De audit maakte ons duidelijk hoe serieus dit label is; je bedrijfsstructuur wordt ook onder de loep genomen; het is onmogelijk om bij wijze van spreken nog wat dieselauto’s in een bv’tje buiten het bedrijf weg te zetten.’ Versteeg, lachend: ‘De term greenwashing verdwijnt helemaal uit je vocabulaire.’
Geschreven door Marion de Graaff voor Bouw en Installatie Hub