NIEUWS 23 april 2018 Nieuws van SKAO
De CO2-Prestatieladder als vanzelfsprekende basis voor CO2-reductie
De CO2-prestatieladder speelt van oudsher een belangrijke rol bij de verlaging van de uitstoot van broeikasgassen in de mobiliteitssector. Nu veel grote aanbieders op het hoogste niveau zijn gecertificeerd, rijst de vraag wat het instrument nog toevoegt. ‘De ladder wordt de vanzelfsprekende basis. Extra gunningscriteria moeten het verschil gaan maken.’
Het kabinet wil via een nieuw Klimaatakkoord in 2030 een 49% lagere uitstoot van broeikasgassen realiseren ten opzichte van het niveau van 1990. De mobiliteitssector is hierbij een van de beoogde sleutelpartijen. Opdrachtgevers en aanbieders binnen de sector werken al langer aan CO2-reductie, maar komen dus waarschijnlijk voor een nieuwe uitdaging te staan. Dit roept de vraag op welke rol straks is weggelegd voor instrumenten zoals de CO2-prestatieladder. Deze certificeringsmethode werd oorspronkelijk ontwikkeld door ProRail en stimuleert bedrijven en aanbestedende partijen in de sector sinds 2009 om de uitstoot te verlagen. Is de rol van de ladder uitgespeeld nu veel grote aanbieders op het hoogste niveau zijn gecertificeerd, of heeft hij ook de komende jaren nog toegevoegde waarde?
Verbetering en CO2-reductie
De CO2-prestatieladder stimuleert opdrachtgevers, aannemers en ingenieursbureaus wel degelijk nog tot verbetering, zegt Gijs Termeer van de Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden & Ondernemen (SKAO). ‘Het is zeker niet zo dat iedereen al op het hoogste niveau zit. Wel kan een bedrijf dat op niveau 4 is gecertificeerd bij aanbestedingen inschrijven op niveau 5. Het gaat dan de verplichting aan om de uitvoering op dat hoogste niveau te realiseren. Verder moet een partij die al op niveau 5 zit, dat wél bij elk project weer waarmaken. Daar zit de echte uitdaging.’ Wie de hoogste certificering wil behouden, moet bovendien een leidende rol op zich nemen bij CO2-reductie binnen de sector. Termeer: ‘Ook dat dwingt bedrijven om zichzelf en anderen te blijven ontwikkelen.’
Niet het enige instrument
De CO2-prestatieladder heeft veel goeds gebracht, maar een nuancering is op zijn plaats, zegt Marjolein van der Klauw, adviseur Duurzaam Inkopen bij Rijkswaterstaat. ‘Het is niet het enige instrument om te sturen op CO2-reductie. Wij gebruiken bij projecten in de grond-, weg- en waterbouw álle instrumenten uit de Aanpak Duurzaam GWW.’ Een belangrijk voorbeeld is volgens haar DuboCalc, een instrument dat vaak in combinatie met de CO2-prestatieladder wordt gebruikt bij aanbestedingen. ‘De ladder stimuleert bedrijven om bij projecten een CO2-systeem te hanteren en samen met anderen op zoek te gaan naar steeds effectievere maatregelen. DuboCalc beloont vervolgens de partij die met de beste oplossingen komt op onderdelen die de opdrachtgever belangrijk vindt.’ Met DuboCalc zijn alle milieueffecten van een materiaal te berekenen, plus het energiegebruik van het te realiseren bouwwerk. Dit levert samen met de effecten van alle andere materialen 1 getal op, de Milieu Kosten Indicator-waarde (MKI-waarde). Van der Klauw: ‘DuboCalc levert zo een bijdrage aan CO2-reductie, maar ook aan de doelstelling van een Circulaire Economie.’
Focus op projecten
Dat de prestatieladder inderdaad uitdaagt om voorbij de eigen bedrijfsvoering te kijken, blijkt uit duurzameleverancier.nl. Dit samenwerkingsinitiatief van ingenieurs- en adviesbureaus ondersteunt bedrijven, opdrachtgevers en leveranciers bij duurzaamheidsuitdagingen. Maarten Schäffner van Witteveen+Bos was direct betrokken bij de ontwikkeling en legt uit: ‘De eigen CO2-footprint hebben de meeste bedrijven nu wel op orde. Verfijning blijft altijd mogelijk, maar de écht grote winst zit nog bij de CO2-impact van projecten. Daarom biedt de site overzichten van bedrijfs- en projectfootprints en duurzaamheidsinstrumenten.’ De CO2-prestatieladder heeft hier direct aan bijgedragen, zegt Schäffner. ‘De ladder verplicht je om bij ieder project ketenanalyses uit te voeren en de grootste uitstootfactoren door te rekenen. Wij hebben tegen elkaar gezegd: laten we deze informatie delen, zodat niet iedereen op eigen houtje het wiel gaat zitten uitvinden.’
Dialoog als uitdaging
Stefan Daamen van Heijmans wijst op een knelpunt rond de ladder dat om oplossing vraagt. Hij is namens Bouwend Nederland lid van het college van deskundigen van de SKAO én van een werkgroep die zoekt naar mogelijkheden voor doorontwikkeling van de CO2-prestatieladder. ‘Het instrument is vooral gericht op de tenderfase. Dat geeft belangrijke positieve impulsen, maar je verzint voorafgaand aan een project nooit álle oplossingen. Tijdens de voorbereiding van de uitvoering ontstaan nieuwe kansen.’ Hoe de toekomst van de ladder eruitziet, hangt volgens Daamen af van de vraag of de partijen in de sector op dit punt over hun eigen schaduw kunnen springen. ‘De uitdaging is om ná gunning de dialoog open te houden. Zodat opdrachtgever, uitvoerder en ingenieursbureau tijdens de uitvoering van het project in gesprek blijven over opties voor CO2-reductie. En over hoe die zich verhouden tot het contract en de gunningscriteria. Daar blindelings aan vasthouden kan niet: dan missen we te veel kansen.’
Basis met extra criteria
Harald Versteeg is namens Rijkswaterstaat lid van het College van Deskundigen van de SKAO. Hij herkent de uitdagingen, maar is optimistisch over de toekomst van de prestatieladder. ‘Ik zie dit instrument uitgroeien tot de vanzelfsprekende basis voor CO2-reductie, zowel binnen als buiten de sector. En wie weet zelfs internationaal. Daarnaast zullen opdrachtgevers met extra gunningscriteria duidelijk moeten maken waar bij een project de grootste CO2-uitdagingen zitten. Zodat ze op die punten onderscheidend vermogen creëren, en opdrachtnemers de kans krijgen om met innovaties te schitteren.’ Bij de juiste aanpak zal dit volgens Versteeg leiden tot contracten met een heldere focus en ruimte voor dialoog. ‘Opdrachtnemers moeten zich uitgedaagd voelen, en weten dat verdere innovatie altijd welkom is. Denken zij dat het nóg slimmer kan? Dan horen wij natuurlijk graag hoe.’
Bron: Magazine Rijkswaterstaat