Onze hoofdstad Amsterdam is sinds dit jaar gecertificeerd op niveau 3 van de CO2-Prestatieladder. Hoewel de gemeente al een aantal jaar actief werkt aan CO2-reductie, onder meer met het verduurzamen van hun panden en wagenpark, geeft de Ladder de gemeente een extra duwtje in de rug, zegt duurzaamheidsadviseur Judith Strik. “Dankzij de CO2-Prestatieladder zijn onze ambities, doelen en resultaten intern steviger verankerd. Dit vergroot binnen de organisatie de urgentie te werken aan CO2-reductie.”

Wanneer je als gemeente ambitieuze eisen stelt aan inwoners en bedrijven in de stad om minder CO2 uit te stoten en circulair te worden, kun je als organisatie zelf natuurlijk niet achterblijven. Vanuit dat besef stelde de gemeente Amsterdam in 2020 een Uitvoeringsagenda op voor een duurzame gemeentelijke organisatie in 2030, vertelt Judith Strik, duurzaamheidsadviseur binnen de gemeente. “We vragen veel van de stad, dan moeten we zelf wel het goede voorbeeld geven. In de Uitvoeringsagenda staat onder meer dat we in 2030 een volledig circulaire bedrijfsvoering willen en volledig klimaatneutraal willen zijn. Voor de stad geldt deze doelstelling pas voor 2050. De doelen voor onze organisatie zijn dus nog een stuk ambitieuzer.”

Vastgoed en wagenpark als grootverbruikers

Strik ging samen met haar team van Green Office aan de slag met het verzamelen van data en opstellen van een voetafdruk van hun CO2-emissies. “We kwamen er al snel achter dat onze CO2-impact hoofdzakelijk zit op twee plekken: in ons vastgoed en in ons wagenpark. We bezitten zo’n 1000 panden in de stad, zoals kantoren, scholen, en musea, en hebben meer dan 1500 voertuigen rondrijden, zoals vuilniswagens en auto’s en scooters voor handhavers. Met deze twee hoofdbronnen van uitstoot zijn we dus als eerste aan de slag gegaan. We hebben onder meer het verbruik van stroom en gas teruggedrongen en zijn in 2022 overgestapt op groen gas. Groene stroom van Nederlandse bodem hadden we al sinds 2018. Ook hebben we de eerste stappen gezet in het volledig elektrificeren van ons wagenpark.”

Werken aan CO2-reductie steviger verankeren

Dit alles gebeurde nog zonder de inzet van de CO2-Prestatieladder. Die kwam namelijk pas in 2023 in beeld, vertelt Strik. “Het kromme was dat we in onze aanbestedingen de Ladder al als gunningscriterium toepasten. Hier kregen we – terecht – steeds vaker vragen over. Vandaar dat we hebben besloten om ook zelf met de CO2-Prestatieladder aan de slag te gaan en ons te laten certificeren. Maar dat was niet de enige reden. We wilden ook ons CO2-managementsysteem professionaliseren en onze ambities, doelen en resultaten op het gebied van CO2-reductie intern steviger verankeren. We merkten dat het onderwerp wel leefde in de organisatie, maar dat er nog niet overal veel aan werd gedaan. Doordat de Ladder een directiebeoordeling vereist en een verplichtend karakter heeft, krijgt werken aan CO2-reductie veel meer urgentie.”  

Laten voorlichten door ervaringsdeskundigen

Voordat de gemeente met de CO2-Prestatieladder aan de slag ging, maakten Strik en haar collega’s eerst een rondje langs organisaties die al ervaring hadden met de Ladder. “We hebben onder meer gesproken met Waternet en de gemeente Rotterdam en Utrecht. Een van onze angsten was dat werken met de Ladder heel bureaucratisch zou zijn. Dat je allemaal dingen opschrijft waar je in de praktijk maar weinig mee doet. Alleen maar om een certificaat te hebben. Maar die angst is door de gesprekken helemaal weggenomen. Zo gaf iemand van Waternet aan dat het juist heel erg helpt bij praktische handelingen en dat ze er wekelijks maar een paar uur aan kwijt zijn. Het is dus ook minder arbeids- en tijdsintensief dan gedacht. Dat vond ik heel geruststellend.”

Een van onze angsten was dat werken met de Ladder heel bureaucratisch zou zijn. Dat je allemaal dingen opschrijft waar je in de praktijk maar weinig mee doet. Alleen maar om een certificaat te hebben. Maar die angst is door de gesprekken helemaal weggenomen.

Aanvulling op wat al in gang was gezet

Doordat de gemeente vanuit de Uitvoeringsagenda al doelstellingen had gesteld voor emissiereductie met bijbehorende programma’s en maatregelen, bracht het werken met de CO2-Prestatieladder geen radicale veranderingen met zich mee, zegt Strik. “Het sloot vooral goed aan bij waar we al mee bezig waren. Alleen dan iets professioneler, met een halfjaarlijkse update van onze voetafdruk en jaarlijkse controle door een externe auditor. Wel hebben we in het begin een adviseur ingeschakeld die ervaring had met het werken met de CO2-Prestatieladder. Ook hebben we gekeken hoeveel winst onze bestaande maatregelen zouden opleveren. Hieruit bleek dat we nog wat extra maatregelen moeten nemen om ons tussendoel in 2026 – 83 procent reductie ten opzichte van 2018 – te behalen. In het kader hiervan hebben we onlangs besloten dat zakelijke dienstreizen die per trein minder dan 10 uur duren, niet met het vliegtuig mogen worden afgelegd.”  

Uitdagingen bij verduurzamingsopgave

Het verduurzamen van een grote stad als Amsterdam is volgens Strik een behoorlijke opgave. “In de eerste plaats vanwege de enorme omvang van onze vastgoedportefeuille en ons wagenpark. Het plannen en uitvoeren kost ontzettend veel tijd en werk. Het isoleren van panden en vervangen van voertuigen door elektrische is bovendien erg kostbaar. Daar komt nog bij dat door tekorten aan materialen en personeel veel dingen duurder en lastiger te realiseren zijn. Een andere uitdaging is dat het isoleren van monumentale panden aan strenge eisen moet voldoen en daarom ingewikkeld is. Om toch te kunnen versnellen, leggen we nu de focus op onze niet-monumentale panden. Hiervoor hebben we vorig jaar een budget van 150 miljoen euro gekregen.”

Bredere interne communicatie en samenwerking

In maart 2024 ontving de gemeente Amsterdam een certificering op niveau 3 van de CO2-Prestatieladder. Strik: “Een prestatie waar we erg trots op zijn en ook breed over communiceren. Niet alleen naar buiten, ook intern. Via intranet en onze nieuwsbrief hielden we onze medewerkers altijd al wel op de hoogte van de ontwikkelingen rondom duurzaamheid, maar dan bereik je toch vaak alleen de mensen die daar al mee bezig zijn. Met de certificering proberen we nu een bredere groep te bereiken. Dat doen we door bijvoorbeeld op een laagdrempelige manier te communiceren via tv-schermen op uitvoeringslocaties, zoals een werf. We hopen hiermee de bewustwording door de hele organisatie te vergroten. We zetten ook steeds meer in op interne samenwerking, onder meer door mensen van vastgoed en het wagenpark te betrekken in ons projectteam.”

Ervaringen uitwisselen met andere gemeenten

Sinds Amsterdam met de CO2-Prestatieladder werkt, maakt het onderdeel uit van een community of practice met meer dan veertig andere gemeenten, zoals Arnhem, Rotterdam en Den Haag. Doel hiervan is onder meer om de CO2-voetafdruk onderling te kunnen vergelijken en van elkaar te leren, zegt Strik. “Als gemeenten lopen we vaak tegen dezelfde dingen aan bij het reduceren van CO2-emissie, het is mooi dat we elkaar daarbij kunnen helpen. Van Rotterdam hebben we bijvoorbeeld geleerd hoe belangrijk het is om een projectteam te hebben waarin iedereen een duidelijke taak heeft en hoe je zo’n team inricht. Een persoon binnen zo’n team focust zich dan op de inhoud, een ander meer op de aansturing van de organisatie. Om efficiënt te werken met de Ladder is het van groot belang dat duidelijk is wie waar verantwoordelijk voor is.”   

Uitstoot van keten in kaart brengen

De gemeente is ook voornemens om aan de slag te gaan met het maken van ketenanalyses, waarmee het in aanmerking komt voor certificering op niveau 4 en 5. Strik: “De precieze onderwerpen hiervoor zijn we nu nog aan het vaststellen. In deze ketenanalyses gaan we onze indirecte uitstoot in beeld brengen. Bijvoorbeeld de uitstoot bij werk dat wordt uitgevoerd via aanbestedingen. Hierbij gaat het vooral om werkzaamheden in de openbare ruimte, zoals onderhoud van straten en kademuren. Door deze werkzaamheden met zoveel mogelijk elektrisch materieel en duurzame en circulaire materialen te laten uitvoeren, kunnen we flinke slagen maken. Hier sturen we dan ook op in aanbestedingen, door de Ladder in te zetten als gunningscriterium.”

Adviezen voor andere gemeenten

Tot slot: heeft Strik nog adviezen voor andere gemeenten die willen werken met de CO2-Prestatieladder? “Zeker. Eigenlijk hetzelfde advies als dat we zelf ook kregen voordat we begonnen: overschat het niet. Als gemeente moet je sowieso aan de slag met klimaatdoelen en CO2-reductie. Dan kun je op eigen houtje allerlei internationale en nationale richtlijnen gaan vertalen, maatregelen bedenken en de voortgang proberen te monitoren, maar het is veel efficiënter als je hiervoor gebruikmaakt van een bestaande en toegankelijke systematiek als de CO2-Prestatieladder. Eventueel met hulp van een externe adviseur. Het is zonde als je zelf het wiel opnieuw probeert uit te vinden. In het opzetten van alles gaat natuurlijk wat werk en tijd zitten, maar als het eenmaal loopt en binnen de organisatie is geïntegreerd, is het echt geen tijdrovend karwei.”