Sinds 2018 is het een inkoopeis bij Hoogheemraadschap van Delfland (HHvD) om de CO2-Prestatieladder in te zetten als gunningscriterium bij aanbestedingen wanneer dit toepasbaar en proportioneel is. Zo dus ook bij de RAW-raamovereenkomst buitengewoon onderhoud polder- en boezemkaden, een overeenkomst die loopt tot 2024. Chris Borst, contractmanager bij het Hoogheemraadschap, vertelt hoe hij de Ladder nét anders heeft ingezet bij zijn aanbesteding en deelt zijn ideeën over duurzaam opdrachtgeverschap.
Chris: ‘Binnen het Hoogheemraadschap van Delfland hebben we een maatschappelijk verantwoord inkoopkader (MVI-kader) waarbij we altijd naar een aantal zaken moeten kijken zoals duurzaamheid, circulariteit, social return en innovatie. Duurzaam GWW is daar een onderdeel van.’ Chris vertelt dat de CO2-Prestatieladder sinds 2018 standaard ingezet wordt bij aanbestedingen (van grotere werken) van het Hoogheemraadschap. De Ladder moet namelijk als gunningscriterium worden ingezet wanneer dit toepasbaar en proportioneel is. Toch betekent dat niet dat alle aanbestedingen hetzelfde zijn bij het waterschap dat het 1000e certificaat ontving: ‘Je ziet wel dat er een verschil is in hoe het wordt toegepast door verschillende collega's,’ zegt Chris. ‘Meestal wordt de Ladder ingezet als onderdeel bij de EMVI-criteria, waarin de aannemer een ambitieniveau op de ladder kan aangeven. Zelf heb ik in overleg met inkoop voor een andere manier gekozen.’
Chris: ‘Van de veertien gegadigden bleven er na het toepassen van de selectiecriteria op basis van kerncompetenties nog zeven aannemers over. In de gunningsfase was 50% van de EMVI-waarde toegekend aan duurzaamheid (waarvan 12,5% voor de Ladder). Het verschil met een gebruikelijke aanbesteding was dat we de EMVI-punten voor de CO2-Prestatieladder bij deze aanbesteding pas toekenden als de organisatie het Laddercertificaat al in bezit had. Dus niet als de organisatie beloofde het over een jaar te behalen. Ook kregen alleen de organisaties met een certificaat op niveau vier en vijf fictief gunningvoordeel op de inschrijfprijs. Bij zes van de zeven inschrijvers was dit het geval. De Ladder is in deze aanbesteding de doorslaggevende factor geweest voor wie de winnaars werden. De partij met een niveau 3-certificaat, had erbij gezeten als deze een niveau 5-certificaat had gehad. Bovendien hadden de nummer 1 en 2 het beste gescoord op de concrete invulling van duurzaamheid.’
“De Ladder (en dus duurzaamheid) is in deze aanbesteding de doorslaggevende factor geweest voor wie de winnaars werden.” - Chris Borst (HH van Delfland)
Chris: ‘Het is een raamovereenkomst voor vier jaar met een maximale omvang van 24 miljoen euro ex. btw. Het project betreft het buitengewoon onderhoud van polder- en boezemkades en zal worden uitgevoerd door partijen Berkhout, Ploegam en GKB, allen niveau 5 gecertificeerd op de CO2-Prestatieladder onder Handboek 3.0.’ Chris licht toe over het project: ‘Er is in het gebied van Hoogheemraadschap van Delfland veel veengrond, dat snel wegzakt. Elke tien à vijftien jaar komen we dus wel terug op deze plekken omdat er weer onderhoud moet worden verricht. Dit buitengewoon onderhoud (naast ‘gewoon’ dagelijks onderhoud, zoals maaien, kleinschalige reparaties en noodreparaties) betreft dan het ophogen van de kades door bijvoorbeeld klei aan te brengen, een beschoeiing of een damwand neer te zetten. De uitdaging zit hem vooral in de omgeving waar het onderhoud moet plaatsvinden, want dat kan bijvoorbeeld op het land van een boer zijn of in de achtertuin van een bewoner, die soms niet eens weet dat hij op een kade woont en dus geen besef heeft van het onderhoud dat daar moet worden gepleegd. Het komt voor dat er een tuinhuisje, boom of tuinaanleg van de bewoner moet worden verwijderd. Dat kan erg ingrijpend zijn.’
Chris vertelt dat al in de uitvraag van deze raamovereenkomst aan inschrijvende organisaties werd gevraagd welke concrete CO2-reductiemaatregelen zij op dit project zouden gaan nemen. Hij wilde inschrijvende organisaties namelijk niet alleen stimuleren om een certificaat op de CO2-Prestatieladder te behalen, maar ook extra uitdagen om duurzame keuzes op het project van de aanbesteding te maken. Chris verduidelijkt: ‘De Ladder zorgt ervoor dat de organisatie bedrijfsbreed verduurzaamt en minder CO2 uitstoot. Het is natuurlijk al enorme winst om met zo’n partij te werken, in plaats van met een partij die dat niet doet. Maar theoretisch kan het zo zijn dat een organisatie die 80% van zijn wagenpark heeft verduurzaamd, de vervuilende 20% nog wel bij jouw project inzet.’ Daarop noemt Chris soepel enkele van de maatregelen die de winnende organisaties hebben verklaard te zullen nemen op dit project: ‘Materiaal dat vrijkomt bij het dit project - en dat is voornamelijk hout - wordt centraal opgeslagen zodat het voor een volgend project weer gebruikt kan worden. Ook wordt ingezet op ‘minder bewegen’, dus minder vervoer: werknemers die dicht bij het project wonen, worden voor dit project ingezet, en mensen rijden met elkaar mee (tijdens de corona periode uiteraard niet). Verder deelt Ploegam, de partij die de eerste elektrische kraan van Nederland in huis heeft, haar kennis over het elektrificeren van materieel met de andere partijen, zodat het fossiele materieel dat gebruikt wordt op het project ook zo veel mogelijk geëlektrificeerd kan worden. Er worden ook al kleine elektrische shovels ingezet. Het niet-elektrische materieel op dit project gebruikt veelal biodiesel. Verder wordt er bijvoorbeeld gebruik gemaakt van een hybride aggregaat.’ Chris spreekt daarnaast nog een interessante ambitie uit voor in het project: ‘we willen kijken of we een deel van de kades emissieloos kunnen ophogen, we hebben vier jaar, dus in principe voldoende tijd om het voor te bereiden.’ Het is een ambitie om naar uit te kijken, en die we hopelijk verwezenlijkt zullen zien in deze én in volgende projecten.
Chris: ‘De genoemde maatregelen zijn onderdeel van de raamovereenkomst en zijn dus al bij voorbaat afgestemd. We hebben daarbij gevraagd om een concreet plan van aanpak en daarover zijn we tijdens de duur van de overeenkomst in gesprek met alle drie de partijen samen. We stellen hen de vraag hoe zij de gedane beloftes gaan invullen en hoe zij aan kunnen tonen dat zij ermee bezig zijn. Het mooie van zo’n gezamenlijk gesprek is dat er win-win situaties ontstaan. De ene partij kan bijvoorbeeld restmaterialen gebruiken in een project van een andere opdrachtgever, of juist reeds gebruikte materialen inzetten bij dit project, of er wordt op basis van logistiek bepaald welke partij een bepaald traject in de raamovereenkomst oppakt - door zaken gezamenlijk in het project op te pakken wordt echt meer impact gemaakt in termen van CO2-reductie dan wanneer elke partij hiermee op individuele basis aan de slag gaat. Samenwerken is denk ik de ultieme vorm van duurzaamheid.’ Chris vertelt dat voor dit project geen concrete CO2-reductiedoelen zijn gesteld. Wel wordt een materialenpaspoort ingevuld en wordt de gebruikte hoeveelheid hout, staal en brandstoffen bijgehouden om in elk geval inzicht te hebben in het verbruik. Chris zegt over CO2-reductiedoelstellingen op projectniveau: ‘Het is erg moeilijk in te schatten wat realistische doelen zijn, want in de praktijk weet je niet wat je tegen gaat komen. Maar het zou mooi zijn om jaarlijkse CO2-reductiedoelstellingen op te stellen: trapsgewijs steeds minder uitstoot. We willen daar aan de hand van het inzicht in de emissiestromen wel naartoe.’
Het is duidelijk dat duurzaamheid en CO2-reductie in het bijzonder een belangrijke rol speelt in dit project, en ook dat er wat contractmanager Chris Borst betreft binnen het project een belangrijke rol is weggelegd voor de opdrachtgever. Die kan veel invloed hebben door ambities en wensen uit te spreken: oftewel door een actieve rol te pakken. De gegevens in het projectdossier, geïntroduceerd bij Handboek 3.1, kunnen de opdrachtgever hierbij helpen.
>> Lees meer over het projectdossier en Handboek 3.1
>> Lees meer over de certificering van Hoogheemraadschap van Delfland
€24.000.000,- ex. btw
Zuid-Holland
twee jaar
niveau 5
€420.000 voor trede 5
Reduceren transport en middelen door samenwerking