Zo bouwt Scheldebouw met de CO₂-Prestatieladder aan een groenere gevelindustrie

Veruit de meeste CO₂-emissie van Scheldebouw vindt plaats bij de productie van de materialen die ze inkopen om hun gevels te maken. Daarom ging de gevelbouwer met behulp van de CO₂-Prestatieladder met ketenpartners aan de slag met verduurzaming. Met succes. Het eerste grote project met duurzaam geproduceerd aluminium leverde een gigantische CO₂-besparing op. Mede hierdoor is het bedrijf gecertificeerd op niveau 4. “De Ladder heeft bij ons een veel bredere beweging in gang gezet.”   

Wie weleens in een grote Europese stad komt, heeft hun werk ongetwijfeld gezien. Door heel Europa heeft gevelbouwer Scheldebouw de skylines van steden verfraaid met beeldbepalende gebouwen. Denk aan The Shard, het hoogste gebouw in Londen, of de 310 meter hoge Varso Tower in Warschau. Hoewel Scheldebouw – onderdeel van de Italiaanse Permasteelisa Group – in Nederland is gevestigd, is het bedrijf vooral actief in het buitenland, vertelt duurzaamheidsmanager Janneke Verkerk. “De meeste projecten doen we in Londen. Daarnaast zijn we werkzaam in Oost-Europa en Scandinavië. In Nederland hebben we meegebouwd aan onder meer De Rotterdam, het kantoor van Booking.com vlak bij Amsterdam CS en de Hoftoren in Den Haag.”

Materialen met hoge CO₂-uitstoot

Wie gevels voor grote gebouwen maakt, heeft ook veel materiaal nodig. En dan is een hoge CO₂-voetafdruk onvermijdelijk, zegt Verkerk. “We gebruiken heel veel glas en aluminium. Dat zijn bij uitstek materialen waarvan de productie veel CO₂-uitstoot veroorzaakt. Alleen hadden we niet goed inzichtelijk hoe groot deze uitstoot per project is. We maken namelijk unieke projectspecifieke ontwerpen en werken per project samen met verschillende leveranciers. In onze fabriek en op de bouwplaats verwerken we dat vervolgens tot het eindproduct. Om meer grip te krijgen op onze uitstoot zijn we een paar jaar geleden begonnen met het maken van een levenscyclusanalyse (LCA) van onze producten.”

Praktische insteek, weinig papierwerk

Vervolgens was het zaak om deze inzichten om te zetten in concrete doelstellingen, zodat Scheldebouw haar voetafdruk kan verkleinen, vervolgt Verkerk. “We zochten naar handvatten om deze doelen te stellen en te meten. Hiervoor hebben we verschillende initiatieven bekeken en uiteindelijk kwamen we uit bij de CO₂-Prestatieladder. Wat ons met name aanspreekt, is de praktische insteek. Met behulp van tips en voorbeeldmaatregelen kun je op een hele gestructureerde manier stappen zetten richting je doelen. Zonder dat je daarbij vervalt in een papieren rompslomp met allerlei administratieve lasten. Ook het feit dat de Ladder is uitgelijnd met EU-regelgeving en dat je wordt gecontroleerd door een externe auditeur vinden we heel fijn.”

Goed middel voor krijgen inzicht

Dat laatste kan Scheldebouw ook in het buitenland voordelen opleveren, zegt Verkerks collega Remco Riemens. “Sommige opdrachtgevers stellen als voorwaarde dat je actief bezig bent met CO₂-reductie. Met een certificaat kun je dat aantonen. We hebben bij projecten nog niet te maken gehad met gunningsvoordelen of kortingen bij aanbestedingen . De voornaamste motivatie om met de Ladder aan de slag te gaan, is om voor onszelf inzichtelijk te krijgen hoe we kunnen werken aan vermindering van CO₂-uitstoot en om naar buiten te laten zien dat we op de goede weg zijn. Het is ook een mooi marketingmiddel dat echt iets zegt over duurzaamheid. Je laat klanten weten: voor een duurzame gevel moet ik bij Scheldebouw zijn.”

Certificering niveau 4 meest logisch

In 2022 ging Scheldebouw aan de slag met de CO₂-Prestatieladder. Riemens: “We hebben ons eerst aan de hand van de Praktische Gids ingelezen in de Ladder. Vervolgens zijn we gaan kijken welk niveau het meest logisch zou zijn voor onze certificering. Met twee kantoorpanden, een productielocatie en onze reisbewegingen hebben we natuurlijk ook impact in scope 1 en 2, maar die is maar heel beperkt als je kijkt naar het geheel. Veruit de meeste uitstoot zit in de productie van materialen. Daar valt dus ook de meeste winst te halen. Vandaar dat we niveau 4 als doel hebben gesteld. Wat niet wil zeggen dat we niks doen aan scope 1 en 2. We hebben onder meer zonnepanelen geïnstalleerd, laadpalen aangelegd en stimuleren het gebruik van de fiets en het ov.”

Duurzaam geproduceerd aluminium

Een van de grootste veroorzakers van CO₂-uitstoot in scope 3 van Scheldebouw is het mijnen en smelten van bauxiet, de grondstof voor aluminium. Daarom ging het bedrijf samen met leveranciers op zoek naar verduurzaming. Verkerk: “Denk aan het gebruik van hernieuwbare bronnen bij het smeltproces, zoals elektriciteit die is opgewekt door waterkracht. Daar heeft de sector afgelopen jaren al veel stappen in gezet. Het materiaal blijft dan gewoon hetzelfde, alleen met een andere energiebron. Een andere optie is hergebruik van aluminium, zodat je minder bauxiet hoeft te winnen. Dit kan wat uitdagender zijn, omdat bij recycling de kans op verontreinigingen groter is. Dit vraagt dus wat meer checks. We willen immers wel hoogwaardige kwaliteit kunnen garanderen aan onze klanten.”

Enorme besparing aan CO₂-emissie

Vorig jaar voerde Scheldebouw voor het eerst een project uit met aluminium dat uitsluitend was geproduceerd met duurzaam opgewekte energie. Dat leverde volgens Verkerk een gigantische besparing op. “Alleen al door het gebruik van duurzaam geproduceerd aluminium hebben we maar liefst 773 ton CO₂ bespaard, wat neerkomt op een CO2 besparing van 20 procent voor een typisch gevelelement. Daarbij valt al onze uitstoot in scope 1 en 2 in het niet. Dit project, 2 Aldermanbury Square in Londen, was ook het eerste waarbij we de milieu-impact van de materiaalproductie hebben berekend en inzichtelijk hebben gemaakt aan de klant. Dit doen we nu standaard in onze projecten. De berekening vormt een mooi startpunt voor een gesprek met de klant en de architect.”

Kijken naar ontwerp gebouw

In dat gesprek kijken de partijen bijvoorbeeld of het ontwerp slimmer kan, vervolgt Verkerk. “Soms zijn elementen aan de buitenkant van een gebouw visueel prachtig, maar niet functioneel. Zijn ze dan wel echt nodig? Want het kost wel weer extra materiaal. En zouden we aluminium op een bepaalde plek niet kunnen vervangen door hout? Daarbij brengen we dan ook weer in kaart hoeveel CO₂-uitstoot dat bespaart. Tegelijkertijd: beeldbepalende en iconische gebouwen blijven vaak wel langer staan dan saaie grauwe bouwwerken. Dat is ook een vorm van duurzaamheid. Dan moet je er alleen wel voor zorgen dat je bepaalde onderdelen, zoals glas, op een slimme manier kunt vervangen, zodat je andere onderdelen niet aantast.”

Reductie ten opzichte van omzet

In 2023 kreeg Scheldebouw na het bezoek van de auditor een officieel certificaat voor niveau 4 op de CO₂-Prestatieladder . Een prestatie waar het bedrijf erg trots op is. Riemens: “We zijn nu druk bezig met de hercertificering voor dit jaar. Het is alleen wel lastig om reducties in scope 3 met elkaar te vergelijken, omdat we hiervoor natuurlijk sterk afhankelijk zijn van de omvang van een project en het aantal gevelelementen dat we op jaarbasis plaatsen. In het afgelopen boekjaar is onze omzet bijvoorbeeld sterk gestegen, waardoor we in absolute getallen niet de CO₂-reductie behaald hebben die we voor ogen hadden. Om toch een goede vergelijking te maken, kijken we naar de reductie ten opzichte van onze omzet.”

Bredere beweging in gang zetten

Scheldebouw hoopt met de maatregelen voor CO₂-reductie en certificering van de CO₂-Prestatieladder andere bedrijven binnen de Permasteelisa Group te inspireren, zegt Verkerk tot slot. “Daarover voeren we onderling ook het gesprek. Het helpt daarbij enorm dat SKAO nu bezig is om de CO₂-Prestatieladder ook in andere landen uit te rollen. Daarnaast werken we ook met branchegenoten en andere brancheverenigingen aan verduurzaming, bijvoorbeeld in de Circulaire Geveleconomie . Dit is een vervolg op PerpetuAL , waar we ook bij betrokken waren. De Ladder heeft er dus niet alleen voor gezorgd dat we aan de slag zijn gegaan met vermindering van onze CO₂-voetafdruk, maar heeft een veel bredere beweging in gang gezet. Die willen we graag doorzetten.”