NIEUWS 07 november 2017 Nieuws van SKAO
Martens en Van Oord: ‘De CO2-Prestatieladder moet inspireren’
Bij Martens en Van Oord is duurzaamheid een belangrijk onderdeel van de bedrijfsvoering. Als grond, weg- en waterbouwer geeft het concern met de implementatie van de CO2-Prestatieladder antwoord op een groeiende marktvraag naar duurzaamheid en CO2-reductie. Om de strijd tegen klimaatverandering te winnen, is er echter meer concrete actie vereist. Dat stelt Madeleine Schenk, teamleider KAM (Kwaliteit, Arbeid, Milieu) bij Martens en Van Oord.
In opdracht van Rijkswaterstaat werkt Martens en Van Oord aan de herinrichting van de Heesseltsche Uiterwaarden, gelegen aan de Waal. Martens en Van Oord heeft een laddercertificaat voor niveau 5 en daarom fictieve korting gekregen bij de gunning. “Door de inzet van de CO2-Prestatieladder kunnen wij meedingen naar projecten en daarop gunningvoordeel krijgen. Vanuit commercieel perspectief biedt de ladder daarom veel kansen”, zegt Schenk.
Hoogwaterveiligheid
Rijkswaterstaat heeft onder meer als taak zorg te dragen voor hoogwaterveiligheid, “droge voeten”. Als gevolg van klimaatverandering worden er werken langs de rivieren in Nederland uitgevoerd. In de Heesseltsche Uiterwaarden breidt Martens en Van Oord twee zandwinplassen uit tot een grote nevengeul en worden er meerdere kleinere geulen aangelegd. Daarnaast worden delen van de uiterwaarden verlaagd. Verder legt het bouwconcern geulen aan en worden de uiterwaarden verlaagd, waardoor de Waal meer ruimte krijgt en de waterstand minimaal 5,5 centimeter daalt. Door de herinrichting wordt er ook nieuwe natuur gecreëerd waar planten en dieren zich kunnen ontwikkelen. Martens en Van Oord werkt in dit project aan de aspecten veiligheid en natuur, waardoor de herinrichting van de Heesseltsche Uiterwaarden bijdraagt aan duurzaamheid.
“Martens en Van Oord is al vaker betrokken geweest bij projecten die uitgevoerd zijn in het kader van hoogwaterveiligheid. De aanleiding van een project als de herinrichting van de Heesseltsche Uiterwaarden komt onder andere voort uit het veranderende klimaat. Bij de realisatie van dergelijke projecten is het belangrijk dat er duurzame oplossingen toegepast worden” zegt de teamleider KAM. “Naast de inzet van de CO2-Prestatieladder, hanteren wij een businessmodel waarin zo efficiënt mogelijk wordt omgegaan met brandstof en energie. Een duurzame werkwijze kan zeker ook samen gaan met een goedkopere werkwijze. Bij inschrijvingen maken we duidelijk dat we effectieve maatregelen nemen die bijdragen aan het tegengaan van klimaatverandering.”
Brandstofbesparing
Het grootste deel van werkzaamheden die voor de dit project worden uitgevoerd, bestaat uit het ontgraven, vervoeren en verwerken van grond. Dit wordt met groot materieel gedaan waarbij brandstof een grote component is. De brandstofvermindering wordt gerealiseerd door de toepassing van onder andere efficiënte bouwlogistiek. Een voorbeeld hiervan is dat Martens en Van Oord in dit project circa 10 kilometer rijbaan heeft aangebracht voor het grondtransport. Deze baan bestaat uit zogenaamde mega-platen, stalen rijplaten van 12 meter lang en 3.5 meter breed. Dit zorgt ervoor dat het terrein berijdbaar is voor vrachtauto’s (die ook op de openbare weg ingezet worden) en er niet met dumptrucks gewerkt hoeft te worden, die normaliter ingezet worden op een dergelijke ondergrond. De vrachtauto’s vervoeren grotere hoeveelheden grond en verbruiken aanzienlijk minder brandstof dan de dumptrucks. Dit resulteert in een enorme brandstofbesparing wat in het kader van duurzaamheid van groot belang is. Daarnaast treedt aanzienlijk minder slijtage op doordat de transportmiddelen over een verharde weg rijdt, waardoor de levensduur van de voertuigen wordt verlengd.
Voor dergelijke projecten heeft Martens en Van Oord een aantal speciale trucks toegevoegd aan het materieelpark. Deze trucks zijn vergelijkbaar met de normale vrachtauto’s die op de weg gezien worden, maar zijn voorzien van een verzwaard chassis. Hierdoor kunnen deze trucks in plaats van 30 ton lading wel 55 ton lading vervoeren en kan met minder transportbewegingen een hoeveelheid grond verzet worden. Ook dit brengt brandstofbesparing met zich mee.
Verder wordt de grond binnen het project voor een deel over het water vervoerd. Via een laadbrug worden met behulp van vrachtwagens splijtbakken geladen. Dankzij deze laadbrug, die speciaal gebouwd is voor de eerder genoemde zware trucks, kunnen vrachtauto´s hun vracht direct in het schip kiepen zonder dat hier een overslagmachine bij ingezet moet worden. Vervolgens wordt het materiaal door de splijtbak naar de verwerkingslocatie gevaren waar het schip splijt en de lading van 1.000 m3 binnen 5 minuten gelost wordt. Dit scheelt aanzienlijk in brandstofverbruik en maakt dit een zeer duurzame werkwijze.
Voor de inrichting van de Heesseltsche Uiterwaarden is een bepaald soort klei nodig om een goede kwelremmende laag te realiseren binnen de dijkbeschermingszone. Hiervoor is een partij klei toegepast, die vrijkomt bij het afgraven van een dijk op een ander project. Een deel van de breuksteen die als oeverbescherming toegepast wordt, komt ook vrij uit een ander project van Martens en Van Oord. Het zand dat op dit project vrijkomt bij de ontgravingen wordt ook weer op een ander project ingezet. Op deze manier gaat het bouwconcern duurzaam om met vrijkomende materialen.
“Deze maatregelen komen tot stand doordat we onszelf ervan bewust zijn dat we duurzaam en energie-efficiënt moeten werken en niet zozeer door de eisen van de CO2-Prestatieladder. Ook komen deze maatregelen voort uit de behoefte van de markt.”
Grotere bijdrage
De teamleider KAM is van mening dat de CO2-Prestatieladder een grotere rol kan spelen bij daadwerkelijke CO2-reductie in projecten. “Uit onze ervaring met de ladder blijkt dat het systeem vooral heeft gestimuleerd om bedrijfsbreed CO2-reductiemaatregelen te nemen. Het is niet projectmatig georiënteerd, terwijl wij een projectorganisatie zijn. Daarom moet de CO2-Prestatieladder toepasbaar zijn op projecten, waardoor vermindering van CO2 praktischer en explicieter wordt. Zo kun je denken aan het bieden van meer alternatieven om CO2-reductie te beïnvloeden binnen projecten. Dat is interessant, want dan krijg je projectteams die hun ambities aanscherpen en de competitie met elkaar aangaan om de hoogste CO2-reductie te behalen.”
Schenk: “Bij opdrachtgevers, zowel internationaal als lokaal, zie je dat de duurzaamheidsambitie stijgende is. Daar moeten opdrachtnemers op inspelen en hier kan de ladder een grote bijdrage in leveren. De vernieuwde versie van de CO2-Prestatieladder bevat veel goede elementen, zoals meer inzicht krijgen in de levenscyclus (LCA) van producten en materialen, maar het bevat veel administratieve lasten. Door deze lasten te schrappen en vooral aan te tonen wat de kansen zijn voor CO2-reductie binnen projecten, kunnen we meer bereiken en anderen inspireren. De CO2-Prestatieladder moet niet enkel een certificaat of een mooi dossier zijn, maar daadwerkelijk bijdragen aan maatregelen tegen klimaatverandering.”