Eric Brink, teamleider kwaliteitsborging producten en duurzaamheidscoördinator bij Voestalpine Railpro: “Om niveau 5 te behalen, hebben we diverse maatregelen genomen om de CO₂-emissie te reduceren. We hebben bijvoorbeeld snelloopdeuren geïnstalleerd op ons magazijn. Dit gebouw is vrij hoog, omdat vrachtauto’s makkelijk in en uit moeten kunnen rijden. Dit magazijn wordt verwarmd voor de opgeslagen producten en uiteraard de medewerkers. De snelloopdeuren zorgen ervoor dat er, tijdens de bedrijfsuren, niet te veel warmte verloren gaat en energie wordt bespaard.”

“Een andere aanpassing die we onlangs hebben gedaan is het vervangen van één centrale, grote verwarmingsketel. Deze ketel stond bij warmtevraag altijd vol aan. We hebben die vervangen door drie kleinere ketels die trapsgewijs inschakelen, afhankelijk van de vraag. De reductie ervan zal in de komende winter moeten blijken, de genomen stap is sowieso goed.”

Scopes CO₂-Prestatieladder

Binnen de CO₂-Prestatieladder bestaan drie scopes, vertelt Brink. “Scope 1 bestaat uit directe emissies, zoals verbruik van fossiele brandstof en aardgas. Daar heb je als bedrijf invloed op. Scope 2 is wat jezelf verbruikt, bijvoorbeeld elektriciteit. Een voorbeeld is de keuze voor groene stroom of grijze stroom. De energie wordt geleverd door een andere partij, maar je hebt er wel invloed op of het duurzaam is opgewekt. Bij Voestalpine Railpro gebruiken we honderd procent groene stroom.”

Scope 3 is de CO₂-uitstoot in de gehele levenscyclus van alle producten die het bedrijf koopt, vervaardigt en verkoopt. “We zijn op dit moment aan het kijken hoe we een nog verdere reductie kunnen bereiken. Op dit moment loopt er een onderzoek naar hoe we energie kunnen hergebruiken uit de freesfabriek. Bij het frezen van de spoorstaven komt er schaafsel (spanen, red.) vrij. Bij de verwijdering van het schaafsel komt veel energie vrij dat we mogelijk willen gebruiken om onze gebouwen mee te verwarmen.”

Samenwerking in de keten

Voestalpine Railpro maakt eens per kwartaal haar CO₂-inventarisatie om zo een betere beheersbaarheid op haar CO₂-reductie te krijgen. “Op deze manier kunnen we makkelijk kwartalen met elkaar vergelijken.” Het spoorbedrijf ontwikkelde in 2013 met één van haar partners de ECO-dwarsligger. Bij de productie van de ECO-dwarsligger is de CO₂-emissie minstens twintig procent lager dan bij een reguliere dwarsligger.

Brink: “We moeten als keten een verdere CO₂-reductie bewerkstelligen. Met elkaar hebben we meer invloed op het totaal en versterken we het effect. Ik wil daarom ook alle energiemanagers en verantwoordelijken voor de CO₂-reductie binnen de spoorbranche uitnodigen om bij elkaar te komen en informatie te delen om tot verdere CO₂-reductie te komen. Het wordt tijd dat we weer goede en zinnige initiatieven met elkaar ontplooien.”