Op 14 januari 2025 is de nieuwe versie van de CO2-Prestatieladder gepubliceerd: handboek 4.0. Met een overgangsregeling willen we de transitie van versie 3.1 naar versie 4.0 zo soepel mogelijk laten verlopen. Organisaties en aanbestedende diensten krijgen drie jaar de tijd om volledig te zijn overgestapt naar versie 4.0. Hoe ziet deze overgangsregeling er precies uit? En wat betekent dit voor alle partijen?

Versie 4.0 van de CO2-Prestatieladder brengt behoorlijk wat veranderingen mee ten opzichte van de vorige versie, 3.1. Zo zijn de vijf niveaus van certificering vervangen door drie treden en wordt van organisaties nog meer ambitie gevraagd als het gaat om vermindering van hun eigen CO2-uitstoot (scope 1 en 2), hun uitstoot in de keten (scope 3) en buiten de waardeketen. Daarnaast moeten partijen meer aandacht besteden aan langetermijnambities en bredere verankering van CO2-reductie binnen de organisatie.

De overgangsregeling: waarom en wat is het?

De overgang naar versie 4.0 vraagt behoorlijk wat aanpassingen van zowel certificaathouders, aanbestedende diensten als Certificerende Instellingen (CI’s). Om deze transitie zo soepel mogelijk te laten verlopen, hebben we gekozen voor een gefaseerde overgangsregeling van in totaal drie jaar, vanaf het moment dat versie 4.0 op 14 januari 2025 gepubliceerd is. Deze termijn biedt betrokken partijen ruim de tijd om zich te verdiepen in versie 4.0 en te voldoen aan de nieuwe normen.

Wat betekent de overgangsregeling voor Certificerende Instellingen (CI’s)?

De eerste partij die aan de slag moet met versie 4.0 zijn Certificerende Instellingen (CI’s). Zij krijgen een half jaar de tijd om hun audits klaar te maken voor de 4.0-certificaten. Een toezichthouder (de RvA in Nederland of BELAC in België) controleert of de CI ook daadwerkelijk een 4.0-audit mag gaan uitvoeren. Om een gelijk speelveld te creëren, mogen de CI’s tot 14 juli 2025 geen audits uitvoeren voor de normen van versie 4.0. Ook niet als zij al goedgekeurd zijn door de toezichthouder.  

Wat betekent de overgangsregeling voor certificaathouders?

Certificaathouders krijgen de tijd om zich na de lancering te oriënteren op de nieuwe versie van de CO2-Prestatieladder. We adviseren om deze tijd ook echt te nemen en geen overhaaste beslissingen te nemen. Het eerste halfjaar kunnen organisaties sowieso nog geen audit krijgen volgens versie 4.0, omdat CI’s hier dan nog niet voor bevoegd zijn. In het geval er wordt samengewerkt met een externe adviseur, is het handig om deze te betrekken bij het oriëntatieproces.

Aan de slag met nieuwe normen

Na deze oriëntatie is het zaak dat certificaathouders aan de slag gaan met het vertalen van de nieuwe norm naar hun ambities, doelen en maatregelen. Voor de meeste bedrijven die nu op niveau 3 zijn gecertificeerd zal gelden dat ze met vergelijkbare inspanning in aanmerking komen voor trede 1 van versie 4.0.

Voor partijen die op niveau 4 of 5 van de 3.1-versie gecertificeerd zijn, zal de omschakeling groter zijn. Trede 2 en 3 van versie 4.0 vragen namelijk een aanzienlijk hoger ambitieniveau, met name met betrekking tot scope 3-emissies en emissies buiten de waardeketen (overige beïnvloedbare emissies). Hoe groot de aanpassingen zullen zijn, zal onder meer afhangen van de omvang van de organisatie en de sector waarin de certificaathouder actief is.

Twee jaar nog 3.1-audits, drie jaar om over te stappen

Vanaf 14 januari 2027 is het niet meer mogelijk dat certificaathouders nog 3.1-audits laten uitvoeren. De eerste audit daarna zal dus een 4.0-audit zijn. Hierdoor is het mogelijk dat er tot en met januari 2028 nog geldige 3.1-certificaten zijn. De totale overgangstermijn is dus maximaal drie jaar. 

Wat betekent de overgangsregeling voor aanbestedende diensten?

De derde groep, de aanbestedende diensten, adviseren we om de overstap naar versie 4.0 zeer zorgvuldig te plannen. Het is belangrijk vooral niet te vroeg te gaan aanbesteden met versie 4.0 van de Ladder.

Tot ten minste 2026 aanbesteden met 3.1

Omdat de meeste organisaties in 2025 nog niet zullen zijn gecertificeerd volgens versie 4.0, raden we aanbestedende diensten af om vóór 14 januari 2026 aan te besteden met 4.0. Tot 14 januari 2027 geldt het advies om pas te beginnen met aanbesteden volgens versie 4.0 als de markt er echt klaar voor in. Dit houdt in dat het grootste deel van de (potentieel) inschrijvende partijen in de sector is overgestapt.  

4.0-certificaten inzetten in 3.1-aanbestedingen

Een aanbestedende dienst die het criterium voor de Beste-Prijs-Kwaliteit-Verhouding (BPKV) in een aanbesteding volgens versie 3.1 inzet, kan vanaf juli 2025 van een inschrijver een 4.0-certificaat ontvangen. SKAO adviseert deze certificaten gewoon te accepteren als bewijsmiddel. In dat geval kan trede 1 minimaal gelijk worden gesteld aan niveau 1 tot en met 3 en trede 2 en 3 minimaal gelijk aan niveau 5. 3.1-certificaten mogen niet worden meegenomen in een 4.0-aanbesteding.